Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen kwam David te [50]Baal-perazim; en David sloeg hen aldaar, en zeide: [51]De HEERE heeft mijn vijanden voor mijn aangezicht gescheurd, als een scheur der wateren; daarom noemde hij den naam derzelve plaats, [52]Baal-perazim. 50. Alzo naderhand van David genoemd, gelijk in het volgende verhaald wordt. 51. Of, de HEERE is door mijn vijanden heen doorgebroken, voor mijn aangezicht, gelijk een waterbreuk, of, inbreuk, doorbreking van wateren. De zin schijnt te wezen dat God door zijn macht en Davids dienst [1 Kron.14:11] de Filistijnen had overvallen en nedergestort, gelijk wateren met macht en sterkelijk doorbreken, en alles overlopen en nedervellen; of, zo licht als water verloopt of, zo licht als water verloopt of gedeeld en verstrooid wordt, heeft God de Filistijnen van elkander verstrooid. 52. Dat is, heer, of, meester, bezitter van scheuren, breuken, doorbrekingen; dat is, het plein, of effen der scheuren, de plaats der scheuren.